Alle Nederlandse voornamen online

Gerrit Bloothooft

Ook zo benieuwd hoe vaak jouw voornaam voorkomt in Nederland? Sinds 3 juni 2010 kun je dat online opzoeken in de Nederlandse Voornamenbank (NVB).

Dankzij het Meertens Instituut staan alle voornamen online die in Nederland worden gebruikt. Dat zijn er 500.000 om precies te zijn. Bij elke voornaam in de NVB wordt vermeld hoeveel personen die naam in Nederland dragen, of het om mannen of vrouwennamen gaat en of de naam wordt gebruikt als eerste, tweede of volgende naam. De Voornamenbank is een aanvulling op de Nederlandse Familienamenbank, die vorig jaar werd gelanceerd.

Vanaf nu kan iedereen dus online bekijken hoe vaak zijn eigen naam voorkomt, en  welke geschiedenis een naam heeft (neem de naam Jan: was zeer populair, kelderde naar laagste regionen en is nu weer in opkomst).

Namen autoriteit
Aan de wieg van beide online namenbanken staat Gerrit Bloothooft, verbonden aan het Meertens Instituut (dat zich bezig houdt met de bestudering en documentatie van de Nederlandse taal en cultuur) en het Instituut voor Linguïstiek van de Universiteit Utrecht. Gerrit Bloothooft doet al 15 jaar  onderzoek naar voornamen in Nederland en geldt als een autoriteit op dit gebied.

Visitekaartje voor het leven  
Alles wat met namen te maken heeft kan rekenen op de warme belangstelling van Nederlanders. Dat het artikel ‘En we noemen haar..’  zo vaak gelezen is, verbaast Bloothooft dan ook niks. ‘Iedereen is met namen bezig, het is een visitekaartje voor het leven en bepaalt voor een deel je identiteit. Daarom kunnen mensen ook heel knorrig reageren als je hun naam verkeerd spelt of uitspreekt.’

7000 nieuwe namen per jaar  
Naar aanleiding van zijn baanbrekende boek Over voornamen, kreeg Bloothooft toestemming om de Gemeentelijke Basis Administratie in te zien. De Burgelijke Stand dus, de plek waar elke Nederlander met voor en achternaam staat geregistreerd. Bloothooft kent inmiddels elke naam die in Nederland gegeven wordt. Geen sinecure, want: ‘er komen elk jaar 7000 nieuwe namen bij.’ De online Nederlandse Voornamenbank is ontstaan uit die Gemeentelijke Basis Administratie.

Unieke keuze?  
Bloothooft is gefascineerd door ‘het hele mechanisme van namen geven.’ Waarom kiezen aanstaande ouders uit die eindeloze zee van namen juist die ene? De vermoedens waarmee Bloothooft ooit aan zijn onderzoek begon, blijken grotendeels bewaarheid: ‘ouders denken dat ze met de naam van hun kind een unieke keuze maken, maar die keuze blijkt grotendeels te worden ingegeven door hun omgeving.’

Diederik woont in een dure straat in Wassenaar  
Bloothooft bekeek met collega’s alle 500.000 voornamen die de laatste 25 jaar aan kinderen zijn gegeven, om zo het naamgeven voor het eerst in Nederland in kaart te brengen. Hij koppelde de namen aan gegevens als postcode, opleidingsniveau, inkomen en lifestyle van de ouders. En ja hoor, iemand die zijn kind Diederik noemt woont bijna altijd in een dure straat in pak em beet Wassenaar. Opleiding en inkomen blijken doorslaggevend voor het geven van een naam.

‘We zijn door het onderzoek tot een indeling in groepen gekomen. Elke combinatie van opleidingsniveau en lifestyle heeft zijn eigen namenvoorkeuren. Er is een groep elitenamen, die met name in de Randstad, het duingebied, de Utrechtse Heuvelrug en het Gooi voorkomen. Ouders met een goede opleiding en hoog inkomen geven hun kinderen namen als Fleur en Iris, of Maurits, Friso en Lancelot.’

Kimberley en Kevin  
‘Lager opgeleiden hebben een sterke voorkeur voor Amerikaanse, Engelse en Spaanse namen. Denk aan Wesley, Ricardo, Kevin, Samantha of Kimberley. Waarbij de spelling van die namen flink kan afwijken van de gangbare. Waarom dat zo is weten we niet. Misschien om extra identiteit aan je kind te geven?’

‘Dan heb je nog de hogere en midden-inkomens die hun kinderen traditionele namen geven als Dirk of Franciskus, maar met name de middeninkomens grossieren ook in namen als Zoë, Lola, en Milan. Ook Scandinavische namen als Finn en Sven zijn populair in deze klasse, en namen uit het Oude Testament als David.’

Lynn, Sem, en Tom  
Over welke namen expats hun kinderen geven, durft Bloothooft ook wel een uitspraak te doen: ‘Ervan uitgaande dat expats over het algemeen hoger opgeleide mensen zijn die een beetje internationaal voor de dag willen komen, denk ik dat ze hun kinderen namen geven als Lynn, of Sem, of Tom. De trend is trouwens nog steeds dat korte, krachtige namen heel populair zijn. Eén lettergreep voor de jongens over het algemeen, en twee voor de meisjes. Denk aan Maartje of Floortje. Hele hockeyclubs zitten er vol mee.’

Namenrevolutie  
Tot in de jaren 50 van de vorige eeuw hadden ouders over het algemeen weinig keuzemogelijkheid. Hun kroost diende vernoemd te worden. ‘In feite is er sprake van een enorme revolutie. Vroeger heetten talloos veel mensen Johannes of Maria. Dat ging tot wel 20 procent van de totale bevolking, terwijl nu nog maar drietiende procent van de bevolking Johannes heet bijvoorbeeld. Mensen hebben binnen 30 jaar de volledige vrijheid gekregen zelf een naam te kiezen. Dat kun je vanaf nu dus goed aflezen in de online Voornamenbank, want achter elke naam staat vermeld hoe vaak íe wordt gebruikt.’

Naam past beter bij ouders dan bij kind
‘Je kunt wel rustig stellen dat een naam bijna altijd beter past bij de ouders dan bij het kind. Een pasgeborene is nog blanco, de ouders geven met de naam van het kind in feite hun eigen visitekaartje af. Het drukt de wens van ouders uit. Dus moet de naam goed bij de ouders passen. Je moet de naam zelf mooi vinden, dat is voor iedereen het belangrijkste criterium.’

‘Maar als ouders binnen hun sociale omgeving kiezen voor een bepaalde naam die representatief is voor hun eigen leven, dan hopen ze eigenlijk dat hun nageslacht zich ongeveer op dezelfde manier zal ontwikkelen als zijzelf. Die relatie van namen met sociale klasse is fascinerend.’

Uniek?  
‘Bij een tweede kind kiezen ouders trouwens meestal een naam die past bij de eerstgeborene. Als je eerste Dirk heet, is de kans dat de tweede Klaas heet veel groter dan Kevin. Je wilt als ouder een bepaalde relatie tussen die kinderen aangeven. Maar hoe dan ook: de meeste ouders vissen in dezelfde vijver. De 9000 namen die in mijn boek Over Voornamen staan, zijn genoeg om meer dan 90 procent van de in Nederland gegeven kindernamen af te dekken. Maar een krappe 10 procent geeft hun kind een echt unieke naam.’

Wendy van Dijk  
Gerrit Bloothooft heeft zelf twee kinderen. Zijn oudste heet Anne. ‘Dat was voordat Herman van Veen die naam beroemd maakte. Overigens is het een misverstand om te denken dat ouders hun kinderen vernoemen naar bekende publieke figuren, of naar bekende liedjes. Het heeft wel een klein beetje effect. Neem de naam Sem. Binnen 10 jaar is die naam enorm populair geworden. Toen Wendy van Dijk in 2003 een Sem kreeg, waren er twee jaar lang een paar honderd extra Semmen. Maar dat ebt ook weer weg, hoewel Sem nog steeds op 2 staat in de populairste namen top 20 van de Sociale Verzekerings Bank’.

Verkeerd uitgesproken  
‘In die top 20 is de naam Jayden een flinke stijger voor jongens. Waar dat vandaan komt? We hebben geen idee. Waarschijnlijk heeft het ermee te maken dat je met een Britse naam altijd goed zit. Het blijft lastig, want een naam is vaak ook een afspiegeling van je eigen taal en cultuur. Wil je dat doorgeven, ook als je in het buitenland woont? Of ben je pragmatisch en pas je je naam aan als íe niet lekker valt in je woonland?’

Namen weigeren  
Bloothooft is blij dat de Voornamenbank online is. ‘Alle namen die in Nederland aan kinderen gegeven worden moeten bij iedereen bekend zijn vinden we. Zo zien ouders welke namen acceptabel zijn en de ambtenaren van de burgelijke stand kunnen die namen dan ook niet meer weigeren. Want dat gebeurt nog steeds!’

Dit artikel verscheen op 3 juni 2010 op de site van de Wereldomroep