Straf, straf, money, bank

Ontegenzeggelijk de meest gehate beroepsgroep in Oekraïne is de politie. We hadden amper één voet gezet in dit immense land vol zwarte klei, of we werden al voor ze gewaarschuwd.
Maar goed ook, want je komt ze echt overal tegen. Nog nooit zoveel politie gezien als in Oekraïne. Ik vind ze eng, die kerels met van die blauw doorlopen dikke kronkeladers op plekken waarvan ik niet eens wist dat daar aders zitten. Ze stormen met holsters vol pistolen en kogelvrije vesten all over the place zomaar de Frans aandoende broodwinkel in Kiev binnen waar jij net een smakelijk hapje uit je krakende croissant wou nemen. Ze kijken je aan met een blik alsof je elk moment een vette prent kunt verwachten omdat je de gore moed hebt om als volgevreten toerist een hap uit een krakende croissant te nemen. Als je mazzel hebt. Voor hetzelfde geld slaan ze met een karabijn, hup, zo al je tanden uit je smerige toeristensmoel.

Klos
Nou goed, ik draaf misschien een klein beetje door, maar zo vóelt het wel. Intimideren kunnen ze, die Oekraïense ME’ers. Net als hun zielige broertjes die bij de verkeerspolitie terecht zijn gekomen. Op elke straathoek staan ze auto’s te controleren. Het is een nationale sport onder burgers om elkaar met lichten te waarschuwen. Maar soms ben je alsnog de klos. Iedereen komt namelijk aan de beurt. We waren al geïnstrueerd hoe dan te handelen, want de verkeerspolitie: dat is cowboyland. Je hoeft helemaal geen overtreding te hebben begaan, ze verzinnen wel wat. Bonnen uitschrijven doen ze niet, je moet ze afkopen. De politie je beste vriend? Never! Het is de vijand, maar als buitenlander ben je in het voordeel.

Knabbel en Babbel
Want Engels kunnen ze niet. Dus toen wij bij een supermarkt het terrein afreden en werden aangehouden omdat we over een doorgaande lijn zouden zijn gereden, schoten we zonder dit vooraf te hebben geoefend in onze Knabbel en Babbelrol. Meteen na de eerste Russische zinnen, keken we eerst elkaar met grote ogen aan en zeiden daarna vriendelijk: ‘do you speak English?’

Straf
Njet, maar dat maakte de twee mannen vooralsnog weinig uit. Documenti moesten we laten zien. Dat deden we braaf, uiterst beleefd glimlachend. Op onze papieren viel niks aan te merken, dus toen begon het uitventen van onze overtreding. Waarschijnlijk was dit echt grappig, als het niet zo treurig was. De één deed onze rijkunsten na. Met zijn grote handen trok hij aan een denkbeeldig stuur, wijzend op de doorgaande streep. Zijn collega riep ondertussen ‘straf, straf, money, bank.’

Wij op onze beurt zetten wederom de grootste ogen op die we ooit hadden opgezet en herhaalden de woorden straf, straf, money, bank. We haalden onze schouders hoog op naar elkaar en keken daarna weer op zijn onnozelst naar de omen agenten.

Maar zo waren we niet getrouwd natuurlijk. Gert-Jan werd gesommeerd de politieauto in te stappen. Hij moest blazen. Om dit duidelijk te maken, blies de dikste van het politiestel eerst zelf. De meter sloeg uit. Gert-Jan had dit beleefdheidshalve niet gezien uiteraard en blies ook. Niks aan het handje, 0’000, kom op zeg, het was tien uur ’s ochtends.

Rekenen
Nu begon de dikke te rekenen. De overtreding kostte 500 grifna, omgerekend een kleine 50 euro. Gedeeld door twee graag, want ja, ze waren nu éénmaal met zijn tweeën. De dunne corrigeerde de dikke waarop die weer begon te rekenen. Hij had zich vergist, het was 680 grifna natuurlijk, over een lijn rijden is 680 grifna namelijk, gedeeld door twee. Dus.

Ondertussen nam de dunne mij buiten onder handen. Steeds opnieuw wees hij op de streep en riep hij straf, straf, money, bank, waarna ik hem beleefd vroeg of hij dan misschien Deutsch kon, Francais wellicht, Italiano? Volgens mij begon hij al te breken.

Grote ogen
Maar het is evenzogoed best lastig om in je rol te blijven. Je kunt elkaar voor de honderdste keer met grote ogen aankijken, maar op un momento dado heb je daar ook een keer genoeg van. We begonnen al stiekem tegen elkaar te zeggen dat we dan maar de helft moesten bieden toen we opeens, zomaar, mochten doorrijden. Kado, riepen de agenten en meteen speurden ze alweer de weg af, op zoek naar een nieuw slachtoffer. Wij keken elkaar voor de eerste keer die dag met oprecht grote ogen aan.