Dit artikel verscheen eerder (22 februari 2008) op de website van de Wereldomroep.
Frankrijkvirus
Onverminderd groot blijft de belangstelling van Nederlanders voor een huisje in Frankrijk, merkt ook cursusleider Hein Verdam. Zelf werd hij jaren geleden ook geïnfecteerd door het virus dat zo ongeveer half Nederland in zijn greep heeft. Na een rechtenstudie sloeg Hein aan het klussen in het net aangeschafte vakantiehuisje van zijn ouders in de Beaujolais. Het beviel zó goed dat hij een jaar later met geleend geld zelf ook een huis kocht.
Praktijkcursus
Van een carrièrre in de rechtspraak kwam vervolgens nooit meer iets terecht. Verdam is inmiddels een gerespecteerde deskundige in het opknappen van oude Franse huizen. Hij klust, adviseert en publiceert, onder andere in woonbladen. Recentelijk schreef hij het boek Een eigen huis in Frankrijk: kiezen, kopen en opknappen. Daarnaast geeft hij workshops, waaronder een praktijkcursus in zijn eigen Franse boerderij. Een week lang ondervinden cursisten dan hoe het is om te metselen, te voegen of een waterleiding aan te leggen.
Frans chateâu
Maar zover is het nog lang niet voor de groep mensen die de druilerige zondag doorbrengt in het souterrain van Verdams Amsterdamse herenhuis met het vertellen van hun plannen. Opvallend veel IT-ers zitten ertussen. Zoals Marc, die zijn IT bedrijf gewoon wil voortzetten. Maar dan wel vanuit zijn eigen Franse chateâu. Zijn vrouw Yvonne geeft pilatus-les. Na jarenlang constateren dat ze hun draai maar niet kunnen vinden in Nederland, hebben ze de koe nu bij de horens gevat. Ze hebben hun huis verkocht, volgden een taalcursus in Vichy om de Franse makelaar te kunnen verstaan en hebben inmiddels een aantal kastelen in Frankrijk bekeken.
Meteen raak
Yvonne: ‘Het is heel uitzonderlijk, maar meteen het eerste het beste kasteel was raak. In de buurt van Toulouse. We overwegen ernstig om dit kasteel te kopen, het is echt wat we zoeken. Er moet natuurlijk nog wel flink geklust worden, daarom zijn we hier. Het is de bedoeling om de eerste vijf jaar ons werk in Nederland te houden. Op en neer te reizen vanuit Toulouse gaat prima. Daarna willen we ons definitief in Frankrijk vestigen.’
Oriëntatiefase
Interim manager in de IT Geert zit duidelijk nog in de oriëntatiefase. Hij en zijn vrouw zoeken in de Auvergne. IT’er Cornelis weet één ding in ieder geval zeker: hij heeft de IT ‘helemaal gezien.’ ‘Ik ben een typisch geval van het roer om, mijn passie ligt in de keramiek. Daarom wil ik ook naar de Haute Saone, daar is de keramiek heel heftig. Het is de bedoeling op termijn workshops te geven, dus ik ben op zoek naar een huis waar je groepen kunt ontvangen, met eventueel een mogelijkheid om te kunnen kamperen.’
Heel anders is het verhaal van Roelien. Al bij haar eerste stap in de Perigord Noir was ze meteen zó thuis dat ze dacht: ‘Hier heb ik vast in een vorig leven gewoond en hier wil ik nu weer wonen.’ Elf jaar later is het nog steeds niet zover, maar binnen vijf jaar moet het er toch van komen. ‘Maar de kinderen moeten eerst volwassen zijn, ik wil het ze niet aandoen om in Frankrijk naar school te moeten. Ze zijn zeventien en vijftien, dus het schiet op. Ik weet tot op de vierkante kilometer waar ik wil wonen. Alleen is het huis dat ik op het oog heb nog niet te koop. Nou ja, pappen en nathouden dan maar, de aanhouder wint.’
Onverharde bosweg
Aannemer Jan pent driftig mee als Hein vertelt waar je allemaal op moet letten bij het zoeken naar een huis. Hoe is de infrastructuur, hoe lang wil ik vanuit Nederland in de auto zitten, wil ik aan een onverharde bosweg wonen of juist in een dorp?
Franse aannemerij
Jan heeft zijn moeder meegenomen naar de cursus. Samen willen ze ‘iets’ beginnen, liefst in de Drôme. Jan wil aannemer blijven in Frankrijk, maar dan ‘alleen voor de Nederlanders en andere buitenlanders daar, want om nou in de Franse aannemerij te roeren: nee.’ Jan’s moeder wil zich dan ondertussen bezig houden met de eventuele gasten van hun eventuele gîtes. Beiden hebben er vertrouwen in dat Jan genoeg werk zal vinden, want ‘je hoort wel ’s wat over de betrouwbaarheid van Franse aannemers.’ Cursist Frederik kent nog iemand die Nederlandse aannemers werft voor in Frankrijk en schuift meteen het telefoonnummer door. De eerste contacten zijn gelegd.
Klimaat
De tips van Hein over het klimaat vallen in dankbare aarde. ‘Ga als je een huis op het oog hebt in verschillende seizoenen kijken. Wie weet is dat huis aan dat pittoresk omhoog lopende weggetje in de winter wel onbegaanbaar. Zit je weken in de sneeuw terwijl de gemeente de weg niet sneeuwvrij houdt. Vraag inlichtingen bij de buren of de kroegbaas. Let op het verschil in microklimaat. Op een afstand van een paar kilometer kunnen de verschillen enorm zijn. Blijven die mistbanken extra lang hangen op die westhelling waardoor het vochtiger is? Kijk op de site van Meteo France naar de maandgemiddelden van de streek waar je naartoe wilt. Hoeveel neerslag valt er in juli?’
Où est le boulanger?
Van zoeken naar de dichtstbijzijnde winkels (‘op vakantie is een autorit van twintig minuten naar de bakker is geen probleem, maar blijft dat zo als je er permanent woont?’) gaat het naar de staat van riolering, muren en het dak. Een doorgezakt dak hoeft niet altijd een probleem te zijn. Wil je toch vernieuwen: een aannemer is altijd verplicht tien jaar garantie te geven. Als de dakvlakken zijn doorgezakt dan heb je óf rotte balkjes óf rot dakbeschot. Of allebei natuurlijk.
Mos op het dak en bewegende scheuren
Wat vertelt mos op het dak ons, is de volgende vraag. Dat de dakbedekking poreus is, want alleen dan kan mos gedijen. Als de dakbedekking vocht opneemt kan het bij vorst kapot vriezen. Bovendien wordt het vocht doorgegeven aan het hout. Geconcentreerd stomen de cursisten vervolgens op naar aardverwarming en dan via het uitroken van termieten (‘duur grapje, want het hout moet worden geïnjecteerd’) naar vochtplekken en bewegende scheuren in de muur.
Want hoe weet je nou of een geconstateerde scheur in een muur nog in beweging is of niet? Ja, dat is een lastige. Een bekend trucje is bepaalde plekjes dicht te smeren met gips en dan kijken of er weer een barstje in ontstaat. Maar dat doe je natuurlijk niet als je een huis met een makelaar bekijkt.
Bewegende scheur
Aannemer Jan zit op zijn praatstoel en levert praktijk anecdotes bij de tips van Hein. Frederik vertelt over zijn Franse vrouw (‘ze is van de Normandische kust’) en Marc en Yvonne laten foto’s rondgaan van hun droomkasteel. Roelien heeft ondertussen – in tegenstelling tot de anderen – nog bijna niks opgeschreven. ‘Als ik ooit de kans krijg om mijn droomhuis te kopen, dan doe ik dat meteen. Al zitten er tien bewegende scheuren in de muur.’