Nederlanders in Canada genieten van rust en ruimte

Prince Edward Island (Foto: Smulan77)

Wie rust en ruimte zoekt, is in Canada aan het juiste adres. Veel Nederlandse emigranten zijn juist daarvoor naar Canada vertrokken. Ik wist dat Canada groot was, maar zó groot. Hele dagen was ik aan het rijden in het oosten van Canada, op zoek naar Nederlanders die ons kleine landje hebben verruild voor de immense buurman van de Verenigde Staten.


Dit artikel verscheen eerder (22 juli 2003) op de website van de Wereldomroep.

Eindeloze wegen langs eindeloze bossen. Nergens zelfs maar een gehucht te zien. Na zo’n lange reis kon ik het – als rechtgeaarde Nederlander – af en toe niet laten eens flink te mopperen over die enorme afstanden. Maar daarmee moet je bij een geëmigreerde Nederlander niet aankomen. Ze zijn zonder uitzondering juist allemaal naar Canada gegaan vanwege de ruimte. Een hele dag geen mens tegenkomen? Heerlijk!

Opgeslokt
Rijk ter Beek is boer in Winslow, op Prince Edward Island. Ooit had hij een mooi boerenbedrijf in Diemen. Maar langzaamaan voelde Ter Beek zich opgeslokt, niet alleen door de de vele regels die hem werden opgelegd, maar ook door de wegen die rondom zijn boerderij werden aangelegd.

‘Op het laatst raasde het verkeer dag en nacht langs mijn ooit zo stille stekje. Daarom ben ik in 1985 met vrouw en vier kinderen naar Canada gegaan.’ Hij was niet de enige. ‘Aan onze weg zaten vijfentwintig boeren. Daar zijn er nu nog maar twee van over’.

Druk Zeeland
Co en Jeanet van Hoeven komen uit het Zeeuws-Vlaamse dorpje Zaamslag, een gebied dat niet echt bekend staat om de drukte. Toch verruilden zij in 2002 Zaamslag voor het boerengehucht Aylesford, waar ze een kleine boerderij hebben met een zee van ruimte eromheen.

Co: ‘Zelfs in Zeeland wordt het steeds drukker. Als je in Nederland in een auto stapt, weet je nooit hoelang het duurt voor je ergens bent met al die files en dat is hier wel even anders.’

Zijn vrouw vult aan: ‘In Nederland was het ook altijd druk in mijn hoofd. We hadden op het laatst met zoveel regels te maken, dat we twee dagen in de week bezig waren met de papieren rompslomp. Met ons hoveniersbedrijf moesten we alles bijhouden, opschrijven wat je precies deed, hoeveel kilometers je reed en waarvoor. Alles moet, moet, moet in Nederland, nooit heb je eens tijd om tot rust te komen. We werden er stapelgek van.’

Voor de kinderen
Door de drukte verslechtert ook de mentaliteit van de Nederlanders, vinden Co en Jeanet. Uiteindelijk besloten ze hun kinderen niet meer in Nederland te willen laten opgroeien. Co: ‘Het was een heel gedoe met drie kleine kinderen om te emigreren, maar al na een jaar kunnen we zeggen dat het meer dan de moeite waard is geweest.’

‘Kijk eens om je heen, de kinderen kunnen hier eindeloos spelen, in Nederland moest je altijd opletten of er geen auto aankwam. Je kunt hier nog echt opgroeien in de natuur, je ziet ook dat de natuur oud is. In Nederland is alles aangelegd.’

‘Bovendien zijn de mensen hier veel rustiger en vriendelijker, iedereen gaat met respect met elkaar om. In het verkeer zal nooit iemand je opduwen of je geen voorrang geven, je kunt een hele dag rijden zonder een file, het is een verademing.’

Besef van ruimte
Ook Anthony en Judith Tolboom zijn voor hun kinderen naar Canada verhuisd. ‘We wilden onze twee zoontjes besef van rust en ruimte meegeven.’

In het dorp Malagash bewonen ze een koloniaal huis, aan een landweggetje waar regelmatig beren overheen struinen. Ze hebben hun huis opengesteld als Bed & Breakfast, en kunnen daarvan net rondkomen. Anthony: ‘In Nederland hadden we allebei een goede baan, dus financieel is het wel een stap terug. Maar we hebben het ervoor over om simpelweg goed te kunnen leven.’

Weg van mensen
‘In Nederland kom je niet weg van mensen, je hoort altijd wel ergens een trein of een auto of een vliegtuig. Het is een strijd om tot rust te kunnen komen. Je zit in het verkeer in de stress of je nog wel op tijd komt, het werk moet af, de kinderen gehaald en zo is er altijd wat.’

‘Aan je ‘vrije’ weekend heb je uiteindelijk niet meer genoeg en dan brand je helemaal af. Als ik nu af en toe uit mijn raam kijk en een beer voorbij zie komen, dan denk ik vaak: waar zijn ze in Nederland eigenlijk mee bezig?’