‘Gedoe met schoorsteen is wel een foutje.’ Meest openhartige interview met de Sint ooit!

De echte Sinterklaas

Amper bekomen van zijn reis uit Spanje, heeft Sinterklaas exclusief voor de Wereldomroep een zee van tijd uitgetrokken voor een diepte-interview van heb ik jou daar. Uitgebreid is de goedheiligman er eens voor gaan zitten om alle vragen van de grote mensen en vooral de Nederlandse kinderen uit het buitenland te beantwoorden. Waarbij hij heel openhartig is. Wisten jullie bijvoorbeeld dat Sinterklaas een beetje liefdesverdriet heeft?
Dit interview verscheen eerder (18-11-2008) op de site van de WereldSint van de Wereldomroep.

Diep, heel erg ongelofelijk diep vereerd voel ik me dat ik, amper een uur nadat Sinterklaas een voet aan Nederlandse wal heeft gezet, een interview mag hebben in het paleis waar Sinterklaas zal blijven tot na 5 december.

Sinterklaas op één

Omgekeerd blijkt Sinterklaas ook blij de vragen van alle Nederlandse kinderen uit het buitenland eens te kunnen beantwoorden. Nog een beetje bleekjes (‘we hebben alle soorten van weer gehad onderweg op de boot en heel veel Pieten waren zeeziek, maar ik niet hoor’) barst Sinterklaas meteen los. ‘Heb je gehoord dat het Sinterklaasfeest op nummer één staat in de top 100 van meest geliefde Nederlandse tradities? Fantastisch!’

Overal ter wereld waar Nederlanders zijn wordt Sinterklaas gevierd. Het is een typisch Nederlandse folklore, diep geworteld in de cultuur en dat het feest zo enorm wordt gewaardeerd is vooral een verdienste van de Nederlanders zelf, zegt Sinterklaas bescheiden. ‘Jullie hebben er elk jaar weer zin in en ik kom dan langs om het samen met jullie te vieren. Prachtig, prachtig.’
Waarbij de grote vraag natuurlijk is: hoe lukt het u om al die cadeautjes af te leveren?

‘Dat is natuurlijk het geheim van Sinterklaas. Maar ik geef toe: hier en daar is er sprake van een hulpsint. Het aardige is natuurlijk dat niemand weet of je te maken hebt met een hulp of de echte Sinterklaas. Daarom raad ik iedereen aan elke sint te benaderen als de echte.’

Veel grote mensen willen weten hoe u de cadeaus betaalt…
‘Dat is altijd een goede vraag, maar ik moet u het antwoord schuldig blijven. Ik weet het alleen niet, ik wíl het ook niet weten. Ik heb kisten en kelders vol chocolade munten en als die op zijn, maak ik weer nieuwe bij. Dat is er dus altijd en verder weet ik ook niet hoe al die cadeautjes bij mij terecht komen.’

Heeft u al wel gehoord van de financiële crisis?
‘Ik heb er wel van gehoord, maar mevrouw Conny, ik moet u toch even iets uitleggen. Sinterklaas is een sprookjesfiguur, een icoon, de kers op de taart van het sinterklaasgebeuren, om dat vreselijke woord maar eens te gebruiken. Ik ben iemand die er wel en niet is. Je leest over hem, je zingt over hem en op een gegeven moment is hij er ineens in het echt. Ik wil mezelf natuurlijk niet vergelijken met Mickey Mouse, maar als je naar Disneyland gaat is dat ook een beetje zo. Ik zeg altijd: in de sinterklaastijd ben ik overal en nergens en na 6 december ben ik alleen nog maar nergens. Maar ik besta wel, knijpt u maar even. Auw, auw. Ziet u wel? Sinterklaas bemoeit zich liever niet met de politiek van alledag. Niet omdat hij dat niet kan, want hij is heel wijs, maar het hoort er niet bij.’

U hoeft dus geen Zwarte Pieten te ontslaan vanwege de crisis?
‘Ontslaan? We hebben helemaal geen arbeidsovereenkomst. We zijn er gewoon met z’n allen. Soms zijn er meer en soms minder. Er is altijd een Piet die probeert alle Pieten te tellen, maar dat lukt nooit en dat is maar goed ook. Het zijn er gewoon genoeg.’

Zijn er ook vrouwelijke Zwarte Pieten?
‘Natuurlijk. Er zijn ook mannelijke Pieten en dan heb je het eigenlijk wel gehad qua soorten. Het grappige is: je kunt ze bijna niet van elkaar onderscheiden. Het maakt ook niet uit. Ik heb wel een test-Piet, dat is typisch een meisje, die is altijd verliefd op hoogte-Piet.’

Bent u zelf wel eens verliefd?
‘Geweest, jazeker. In mijn jonge jaren, ergens tussen mijn 800ste en 1200ste levensjaar ben ik een paar keer verliefd geweest. Er is een lang verhaal geschreven over mij en Esmeralda…ja…dat is lang geleden (Sinterklaas begint te huilen). Neemt u mij niet kwalijk’…

Ik raak een gevoelige snaar zie ik. Sorry!
‘Het geeft niks…Het, het is…helemaal over. Dank u.’

Even een veilige vraag dan maar. Amerika heeft nu een zwarte president. Komt er nou ook een zwarte hulpsint?
‘Dat zou kunnen, ik regel dat niet. Kijk eens, een hulpsinterklaas ís gewoon Sinterklaas. Welke kleur hij of zij heeft kan me niet schelen. De mensen weten nooit of ik het ben of niet, dat is het aardige.’

Wat is de belangrijkste eigenschap van Sinterklaas? ‘Daar zijn een heleboel antwoorden op mogelijk. Maar ik heb gemerkt dat het allerbelangrijkste is dat je van een grapje moet houden. Sinterklaas wordt voortdurend voor de gek gehouden door de Pieten. Als ik daar niet van zou houden, was het snel met me gedaan. Ik moet daar tegen kunnen en het leuke is: dat heb ik gemeen met al die mensen die mijn feest willen vieren. Die moeten ook van een grapje houden. Bovendien: als je tegen een grapje kunt, mag je er ook weer een maken!’

Heel veel kinderen willen weten of ze Zwarte Piet kunnen worden?
‘Natuurlijk kunnen ze dat. Kwestie van veel oefenen. Veel het dak op en door de schoorsteen roepen en andere dingen doen die van de ouders niet mogen. Dit is natuurlijk een grapje, ik kan kinderen niet vragen dat te doen. Straks valt er een kind van het dak en dan heb ik het gedaan! Maar je kunt ook oefenen met het strooien van pepernoten, dat is best moeilijk. Je moet ze als het ware uitzaaien. Of aan de bel trekken en dan snel wegwezen is ook een heel goede oefening. Dat mogen alle kinderen van mij proberen. Maar niet hier!’

Misschien moeten de kinderen als Piet vooral doen waar ze goed in zijn?
‘Precies, dingen regelen bijvoorbeeld. Ik doe ook alleen maar waar ik goed in ben, en de rest laat ik doen. Alle Pieten doen ook alleen maar waar ze goed in zijn, dan valt ook niet zo op wat ze allemaal niet kunnen. Dat zouden andere mensen ook eens moeten doen en dan verder overal met hun poten vanaf blijven!’

Hoe oud bent u nu eigenlijk?
‘Het wonderlijke is dat er zoveel vragen komen die te maken hebben met tellen. En daar ben ik niet goed in, geef ik ruiterlijk toe. Hoe oud bent u, hoeveel Pieten heeft u, hoeveel cadeautjes geeft u? Ik kan het woord hoeveel niet meer horen! Mijn antwoord is misschien een uitvlucht, maar toch een waarheid als een koe: ik ben heel oud, in elk geval veel ouder dan je oudste opa of oma. Ik kan het me ook niet meer herinneren jong te zijn. Ja, de tijd dat ik verliefd was. Ja..nou, ja…(Sinterklaas huilt weer). Nu begint u er weer over, u moet niet van die vervelende vragen stellen!’

Sorry! Snel even wat anders. Waarom brengt u de cadeaus ’s nachts?
‘Nou, dat is lekker rustig hé? Geen verkeer en gedoe. Bovendien: het is dan donker dus valt het niet op als je even een verkeerde weg inslaat. Het leuke is: ’s nachts slapen de mensen ook, is de bedoeling. Dan kunnen wij allerlei dingen doen die het daglicht niet kunnen verdragen, ha, ha! En als de mensen dan wakker worden heeft Sinterklaas een wondertje verricht. Dat doe ik niet alleen natuurlijk, maar er zíjn wondertjes verricht en het is ontzettend leuk natuurlijk om zo wakker te worden en dat onderscheidt de sinterklaastijd van de rest van het jaar, want dan gebeuren er maar heel weinig wondertjes.’

Waarom is er altijd dat moeilijke gedoe met die schoorsteen, waarom zet u de cadeaus niet gewoon voor de deur?
‘Helaas, daar heb ik ook een beetje spijt van. Het is er ingeslopen omdat ik ooit een wonder heb verricht door drie meisjes te redden. Die moesten trouwen, maar dat lukte niet want er was geen bruidsschat. Hun vader wou die meisjes daarom te koop aanbieden en toen heb ik bedacht dat ik die meisjes een bruidsschat zou geven zonder dat ze erachter kwamen dat het geld van mij kwam. En o, o, o, dat was een fatale vergissing. Toen heb ik de bruidsschat door de schoorsteen gegooid. De meisjes waren gered, maar sinds die tijd ben ik voor eeuwig veroordeeld tot de schoorsteen en moet ik dus het dak op. Als ik toen gewoon had aangeklopt en had gezegd: zeg vader, hier is geld voor je kinderen, dan was ik van die schoorsteen af geweest. Nu is dat nooit meer recht te breien.’

Jawel toch, dan begint u er nu alsnog mee?
‘Ja, het zou kunnen en er zijn ook nog maar heel weinig kachels. Maar ja… Bij het sinterklaasfeest hoort een hele serie rituelen, tradities, gebruiken. En een schoen zet je bij de schoorsteen of de centrale verwarming. Waar wilt u het dan? Dat je je schoen buiten zet? Dan wordt-ie gejat! Nee, we houden het maar zo.’

Hoe is het met uw paard?
‘Uitstekend. Amerigo is bijna in een nog betere conditie dan ik. Dat moet ook, want hij loopt en ik zit op zijn rug. Het is het liefste en mooiste paard van de hele wereld. Veel paarden doen hem na, die worden ook wit. En veel schimmels heten dan opeens ook Amerigo. Grappig is dat. En hij is oud genoeg, nooit gestruikeld op het dak en hoe hij het dak opkomt: dat hoort bij de geheimen van Sinterklaas. Al die vragen mevrouw Conny! Ik beantwoord ze braaf en ik vind het leuk dat de kinderen zo geïnteresseerd zijn, maar als ik gewoon flink was zou ik eigenlijk moeten zeggen: jullie moeten niet zoveel vragen! Het sinterklaasfeest is een feest van surprises, geheimen, verrassingen, wondertjes, dingen die je niet begrijpt en ook niet wilt begrijpen. Hoe oud is Sinterklaas? Ouder dan het ooit maar kan. Je moet gewoon dingen niet wíllen weten. En Sinterklaas bestaat niet tussen 6 december en begin november. Hij is er gewoon niet. Het feest is er niet, ik ben er niet. Punt uit.’

Ehm, mag ik toch door met de vragen van de kinderen?
‘Vraag maar. Waarom de Pieten oorbellen dragen? Vinden ze mooi. Ik heb het ook wel eens geprobeerd, maar niemand die ze zag. Mijn haar zit eroverheen. Waarom verven Pieten hun lippen rood? Vinden ze leuk!

Hoe weet u nou waar alle kinderen wonen?
‘O ja, dat vraagt Isa uit Zweden hé? Ze is bang dat ik haar niet weet te vinden omdat ze er nog maar net woont. Wees maar niet bang, Isa. Er zijn tegenwoordig van die nieuwe systemen, dat heet Piet-Piet. Een kastje is dat en dan toets je een adres in en zo. Maar toen we dat niet hadden konden we ook iedereen vinden. We doen gewoon ons best en gaan overal naartoe. En het aardige is: die Nederlandse clubs overal in de wereld, je herkent ze uit duizenden. Ze zijn zo vrolijk in de sinterklaastijd en daarmee onderscheiden ze zich dan van de Zweden, de Turken, de Mexicanen of de Abusabibabi’s en zo. Ik kan ze bijna ruiken!’

Hoeveel huizen doet u per nacht?
‘Ja, begint u weer? Genoeg. Als ik u een genoegen doe: 100.000? Ik maak er 110.000 van, verkocht?’

Ja hoor. Rosa uit Nieuw-Zeeland vraagt of u op 4 december wil komen, dan is haar oma er ook…
‘Ach ja, Rosa, die ken ik heel goed. Ik hou veel van haar en ik kom met genoegen op 4 december, al vraag ik me af waar die oma dan is op 5 december. Is ze dan alweer naar Nederland of zo? Nou Rosa, allemaal geen punt. En als je je schoen zet doe ik er een lekkere chocoladeletter in. Het maakt me niks uit, als het maar een beetje binnen de perken blijft. Je kunt niet aan Sinterklaas vragen Rosa, of hij ineens in april bij jou wil komen omdat het dan bij jou winter is!’

Een heel belangrijke vraag vind ik zelf: hoe weet u nou wie er wel en wie er niet lief is geweest?
‘Ja, dat is heel belangrijk, daar ga ik eens goed voor zitten. Wilt u nog wat warme chocolademelk? Een cognacje misschien? Kijk: het kan me niet schelen. Lief of niet lief, daar maak ik geen onderscheid tussen. Er zijn hele aardige kinderen die best wel ’s een keer ondeugend zijn. Er zijn heel brave kinderen die voor geen centimeter te vertrouwen zijn. Als Sinterklaas zich daarmee zou bemoeien, dus op de plaats van de ouders gaat zitten, zo van: jij bent niet lief, jij krijgt niks, dan zou Sinterklaas geen kindervriend meer zijn. Dan zou ik een oudervriend worden. Dat willen de ouders natuurlijk graag, maar daar leen ik me niet voor! Elk kind dat Sinterklaas wil vieren krijgt van mij een cadeautje. We gaan toch geen onderscheid maken zeg, kom nou! Wie er wel of niet lief is…Dat zijn die ouders die denken dat ze Sinterklaas daarvoor kunnen misbruiken. Maar zo zijn we niet getrouwd, ha, ha!’

En wat is lief nou eigenlijk, hé?
‘Nou, u bent wel heel lief. Vind ik wel. Maar daarmee krijgt u nog geen extra cadeautje. Een extra kopje chocolademelk hooguit.’

Ik doe het ervoor. Heeft u nog een leuke surprisetip?
‘Ja, want ik maak ze al jaren. Het zoekcadeautje is altijd erg leuk. Dat je een briefje openmaakt en daar staat dan op: hi, ha, heuken, zoek maar in de keuken. En in de keuken ligt dan weer een briefje met: bi, ba, bolder, ga maar naar de… Heel goed, mevrouw Conny, de zolder. Zo kan je een aardig tijdje zoet zijn. Uiteindelijk moet je het cadeau dan wel vinden. Niet dat je dan een briefje krijgt met: hi, ha, hopt, je bent mooi gefopt. Hoewel… dat kan ook leuk zijn. Dit is dus voor de mensen die hun surprises zelf maken en doen alsof het van mij komt hé, dat hoort er ook bij.’

Waarom geeft u cadeautjes terwijl u jarig bent?
‘Ja, dat is zo geregeld. Ik geef, ik ben degene die wonderen brengt. Het zou een heel ander feest worden als de kinderen zouden moeten geven, dan stond Sinterklaas ook niet op één in de top-100 van leuke feestjes. Maar ik krijg ook veel terug. Mooi en lelijk gezongen liedjes en prachtige tekeningen en andere kunstwerken. Erg leuk, erg leuk. Maar ik mag niets aannemen van boven de 300 euro!’

Waarom neemt u pepernoten mee?
‘Dat is toch het lekkerste dat er is? Hoe ze ruiken! Er gaat niets boven de geur van versgebakken pepernoten, met een kopje warme chocolademelk. Dat is heel wat anders dan een kruimelkoekje of zoiets.’

Wie is uw lievelingspiet? ‘
Maar mevrouw. Hebt u kinderen? Ja? Wie is uw lievelingskind?’

Die heb ik niet…
‘Waarom niet?’

Omdat ik hou van hun verschillen..
‘Oh.. Dat is een goed antwoord. Stel je nou voor dat je zegt: dit is mijn lievelingszoon. En die anderen dan? (Sinterklaas heeft een snik in zijn stem). Vreselijk vind ik dat, er is er altijd één die wint en de rest verliest. Je gaat toch niet zeggen:hoofdpiet, jij bent mijn lievelingspiet. Dan moet je huis-Piet eens horen, of wegwijs-Piet. Het is ook onzin, want zoals u zegt: ik hou van hun verschillen. Dat ga ik wel opschrijven, die ga ik onthouden. Prachtig, prachtig gezegd. Dank u, dank u!’

Graag gedaan. Waarom beleeft u altijd zoveel?
‘Ja, dat gebeurt. Het komt door de zwarte Pieten die risico’s nemen en grapjes uithalen en ja: dan gebeuren er dingen die een beetje eng zijn. Maar het moet ook een beetje spannend zijn, net als bij een sprookje. Het is leuk als je het niet helemaal begrijpt, of als je niet weet of het allemaal wel goed komt. En het aardige is: het loopt altijd goed af, gelukkig maar. Want anders was u hier voor niks gekomen.’

Waarom doet u dit allemaal, laat uw hart eens echt spreken…
‘Ja’……(hele lange stilte, want als Sinterklaas zijn hart laat spreken duurt dat best wel een tijdje). ‘Omdat ik er goed in ben is een makkelijk antwoord. Het echte antwoord is: het is zo ontzettend bijzonder dat het sinterklaasfeest het al zoveel eeuwen heeft uitgehouden in Nederland en dat het zo levend is. Dat mensen roepen dat het de leukste traditie is die we hebben. Dat Nederlanders het overal ter wereld vieren, tot in Oman en Texas aantoe. Het is een eer en een feest om daar deel van uit te maken. En onder ons gezegd: dat kan collega de Kerstman niet zeggen.’

Niet?
‘Nee, want er kan heel goed Kerstmis worden gevierd zonder hem en Sinterklaas zonder Sint is een beetje lastig. En daar geniet ik van, ha! We zijn trouwens heel goede vrienden hoor, de Kerstman en ik, hoewel hij niet bestaat. En als alle feesten voorbij zijn gaan we samen een glaasje drinken in de buurt van waar hij woont. Spitsbergen geloof ik. Dan roept hij: glaasje glühwein, Sinterklaas? En dan zeg ik: ja, lekker, bisschopswijn. Het is precies hetzelfde, alleen heet het anders.’

Ja, ja. Tot slot: wat is uw lievelingsliedje en wilt u dat zingen?
‘Nee, nee, als ik het zeg moet ú het zingen, ik zing nooit mee. Dus wilt u het nog weten? Ja, ha,ha! Het is een klassieker en het heet: zachtjes gaan…’

Zachtjes gaan de paardenvoetjes. Trippeltrippeltrippeltrap. ’t Is het paard van Sinterklaasje. Stippe stippe stippe stap. Paardje is nog lang niet moe, maar hij moet naar bedje toe. Paardje is nog lang niet moe, maar hij moet naar bedje toe…
‘Mevrouw Conny, ik hou van u.’

Insgelijks Sinterklaas!
‘Dank u, dank u.’